03 december 2009

Pakistan 1




Escortje hier, escortje daar...

Bam, ooit de grootste citadel opgetrokken in modder.
In 2003 werd ze volledig vernield door een aardbeving.
In 2007 werd in deze regio het Belgische koppel ontvoerd.
In 2009 zien de militairen hier liever geen toeristen.

De vele paspoortcontroles en ondervragingen zijn we strontbeu. We ontmoeten verschillende toeristen die opgepakt werden en voor enkele uren de gevangenis ingingen omdat ze net iets te ver buiten de begaande paden vertoefden.

We wilden dus weg uit Iran en het avontuur inrijden dat al een tijdje naar ons lag te loeren: Pakistan. Met twee andere motorrijders, een Australiër en een Engelsman, zullen we Pakistan doorrrijden.

’s Morgens staan er honderd Pakistanen voor de nog gesloten deuren van de paspoortcontrole. Gert staat ergens tussen de massa en de man die langs de andere kant van de de deuren moet openen, wordt verpletterd door de meute. Iedereen stormt af op dat ene loket. Militairen proberen om iedereen in een rij te laten staan. Wie probeert om voorbij te steken wordt hardhandig naar buiten gesleurd of krijgt een stevige duw.

  
Nadat we onze stempel in het paspoort hebben, mogen we de grens oversteken en op zoek gaan naar een klein betonnen kantoortje waar ze een Pakistaanse stempel in ons paspoort zullen drukken. We krijgen voorrang om vooraan in de rij te gaan staan. Plots is er een opstandje in het kantoor, waarop een politieagent ons vraagt de ijzeren poort dicht te doen. Dit maakte de opstand enkel groter en een man begon als een wilde te kloppen door de gaten van de poort op onze Australische reisgezel. Er worden meer bewapende militairen opgetrommeld en de grootste herrieschopper wordt opgepakt. De militairen bieden ons hun veronschuldigingen aan en verzekeren ons dat ze die man in elkaar zullen kloppen… Slik, dat hoeft nu ook weer niet… ‘No, no. This is our duty’.






Vanaf toen hingen we vast aan de ‘duty-mannen’, militairen die ons veilig Pakistan zouden doorleiden. Na de tiende escortwissel en nog geen 100 km te hebben afgelegd, waren we de escortes liever kwijt dan rijk. Dat is natuurlijk een grote belediging t.a.v. hun duty. Uiteindlijk hebben we het zo ver gekregen dat we een militair als passagier achterop konden krijgen. Zo konden we vijftig km per dag meer afleggen…


  
Veel hotels weigeren buitenlanders, omdat ze dan een groter doelwit zouden zijn voor bombardementen of ontvoeringen… De hotels die ons accepteerden hadden militairen op hun dak patrouilleren. Uiteindelijk sliepen we meestal in kleine politiekantoortjes met telkens één overvolle gevangenis. Achter het tralies loerden de gevangenen ons blij aan ‘eindelijk nog eens wat leven in de brouwerij’. De meeste van deze mannen waren kruimeldieven. Een gsm stelen staat garant voor 10 maanden zitten…
  
’s Avonds wandel je niet zo maar buiten om iets te gaan eten. De politie gaat eten voor je halen of als je echt na lang zagen naar buiten wil, krijg je een agent met kalachnikov mee. De gordijnen van het restaurant worden gesloten en je kan je helemaal laten gaan met de grootste keuze aan curry’s.
Wanneer de jongens vragen aan de commandant om te gaan schieten in de woestijn, is dit absoluut geen probleem. Een afspraak wordt gemaakt voor de volgende dag. Helaas moesten we de volgende dag vliegensvlug weg. We mogen immers niet te lang op dezelfde plaats blijven…

Het steeds in beweging zijn werd een probleem toen Gert en de Australiër op een ochtend doodziek wakker werden en niet meer in staat waren om te rijden. Plots kom je in malariagebied terecht en dat wordt natuurlijk niet met een bordje langs de weg aangegeven… 




We zijn ondertussen Pakistan doorkruist. Eén van de mooiste landen waar we ooit al geweest zijn. Jammer dat het zo snel moest gaan…




Iran 4




Wat ik zeg en denk zijn twee verschillende zaken…’

Iran heeft zijn rivieren, bergen en woestijnen. Een natuurpracht waarbij je je klein voelt. Het politieke systeem doet ook zijn best om zijn inwoners klein te houden. 
Als Westerling wordt je hier voornamelijk mee geconfronteerd als het aankomt op vrijemeningsuiting. In Iran is het aan de lijve te ondervinden wat het betekent om niet luidop te denken.

In Teheran, een stad met 20 miljoen inwoners, durven mensen hun ongenoegen te uiten via demonstraties. Jammer genoeg worden deze (hardhandig) uiteengerukt. Hierover beelden tonen via facebook of youtube is haast onmogelijk. Berichten verzenden via een blog of skype moet je niet proberen en tijdens een periode van demonstraties kan je het vergeten om mails te verzenden. Al deze sites lijken even niet te bestaan. De telefoon is even onbruikbaar en
buitenlandse nieuwssites worden geblokt.
Het zou een shock zijn voor Iranzen om zo te weten te komen wat de wereld denkt over hun land en president. Vandaar de vele politieke vragen aan toeristen. Ontmoetingen met Westerlingen zijn veel waard voor Iranezen. Als het erop aankomt blijkt, zoals bijna altijd, dat de ‘essenties van het leven’ niet zodanig verschillen met die van de gemiddelde Westerling. Iedereen wil graag een fijne job en zijn familie degelijk onderhouden. Jammer dat enkele vrijgevochten koppels moeten beslissen geen kinderen te nemen omdat ze de toekomst voor hun kinderen niet rooskleurig inschatten. Ze kunnen geen duidelijkere statement maken, maar zullen voldoende reacties krijgen op hun kinderloos huwelijk.

Wat de meeste opgeleide jongens haten aan hun land is hun militaire dienstplicht. Van jongsafaan worden jongetjes voorbereid op hun diensplicht: Het land verdedigen is fun! Dit wordt de ganse dag op televisie getoond via vele promotiefilmpjes.

Het beste onderwijs vind je in privé-scholen. Veel ouders investeren een fortuin om hun kinderen hier te laten studeren. Tachtig procent van al de universiteitsstudenten zijn vrouwen! De overheid neemt zijn deel opgeleiden af waaraan ze nood hebben en van jobcreatie is geen sprake. Het resultaat is een massa jonge werklozen.

Tijdens onze hele reis door Iran (en door Turkije) hebben we ons geen moment geërgerd aan de Islam. In de basis lijkt er weinig verschil met het Christendom. Op enkele grappige koranzinnetjes na…
  



Iran 3

Gelinjol

In Esfehan hebben we afgesproken met Reza en Sahre. We logeren drie nachten in hun appartementje. Met 17 zitplaatsen palmt de woonkamer de grootste ruimte in. Veel tijd brengen we er echter niet door aangezien het werkschema van Reza propvol zit. Van 7u tot 18u werkt hij als professor foreign languages, van 18.30u tot 21.30u geeft hij Engelse les in een privéschool.
Toen we hem een kort bezoekje gingen brengen in deze laatste school, hingen we eraan vast. Zijn collega’s nodigden ons uit om in de klassen langs te komen, ons even voor te stellen en vragen van de leerlingen te beantwoorden.
In elke klas werden we onthaald door een groep gillende, opgedirkte* meisjes. Het vragenuurtje kon beginnen…

Wat denken jullie van Iranese vrouwen?
Wat vind je van de hoofddoek?
Denken jullie echt dat Iranezen terroristen zijn?
Wat vind je van onze president?
Zijn jullie getrouwd? Nee??? Kunnen jullie dan samen reizen?
Mogen we een foto van jullie trekken?
En jullie zijn echt niet getrouwd? Nee??? Jullie zijn dus gewoon vrienden? Nee???

Ze vragen Gert of hij Gelinjol mooi vindt… Gert denkt ‘Gelinjol???’.Na een tijdje hebben we door dat ze Angelina Jolie bedoelen. Gert zegt ‘ja’ en de meisjes staren me aan en durven dan zachtjes vragen of ik nu niet jaloers ben.

De leerkracht stuurt het gespreksonderwerp in een andere richting en dwingt de meisjes vragen te stellen over België. Maar na een aantal zakelijke vragen, sluipen de ‘boyfriend-vragen’ er weer door. De leerkracht voelt zich heel ongemakkelijk, berispt de meisjes en hij maakt een eind aan de vragenronde. Tijd voor een bezoekje aan een volgende klas giechelende meisjes die exact dezelfde vragen stellen.

De volgende avond zijn er enkel mannelijke studenten. De leerkrachten vragen me of ik me wel gemakkelijk voel in een klas vol jongens. Ik gaf aan dat dit echt geen probleem is voor mij. Na een half uur was ik echter blij dat ik uit de klas kon verdwijnen. De jongens waren er in geslaagd om mij compleet te negeren, geen blik te gunnen. Elke vraag was gericht naar Gert. De jongens zijn voornamijk geïnteresseerd in emigratie. Daar komt het probleem voor Iranese jongeren weer aan het licht. Bijna iedereen is hoog opgeleid, maar is werkloos.
  
Suf uitgevraagd keren we terug naar het appartement van Reza en Sahre waar we aan het avondeten beginnen. Om 1.30u kunnen we eindelijk gaan slapen om de volgende dag om 6.30u op te staan. Uitputtende uren…


*Langs de hoofddoek komt meestal een gigantische kuif tevoorschijn. Hoe die haarlok eruit moet zien, wordt bepaald door de ‘kuifmode’. Op het gezicht ligt een hoop make-up en veel meisjes hebben de haak op hun neus chirurgisch laten verwijderen. Voornamelijk in steden zie je meisjes met een witte pleister om hun neus. Ze zeggen dat het zo makkelijker is om aan een job te geraken…  

15 november 2009

Iran 2


Fotootje.

De Arasrivier, de oorzaak van een diepe kloof tussen de noordelijke buurlanden met Iran. Deze buren, Armenië en Azerbeijan, zien elkaar niet zo graag en hun geruzie over grensuitbreidingen maakte van de Arasrivier een ware bloedstroom. Ondertussen zijn de vuren gestaakt, maar de waakzaamheid van beide landen is groter dan ooit. Iran heeft dan ook besloten om het grensgebied ‘een tikkeltje’ extra in het oog te houden. Dit uit zich met een overdosis aan militaire posten. De boodschap is om hier geen voet verkeerd te zetten, niet te lang stil te staan en vooral geen foto’s te trekken…

Nu liggen er juist een handvol bezienswaardigheden rond de Aras, de verbazingwekkende bergtoppen en charmante dorpjes niet meegerekend.














Toen Gert na lang zoeken een onbewaakt plasplekje gevonden had, profiteerde Liesbeth ervan om de zoveelste stiekeme foto te trekken. Een prachtig kasteel dat inland lag, vroeg om gefotografeerd te worden. Tegelijk met de druk op de knop verschenen er twee soldaten. Zij zagen het plaatje: ‘vrouw, fototoestel, motor’. Zonder een woord tegen Liesbeth te zeggen loerden ze naar het fototoestel. Gelukkig kwam Gert snel terug van zijn plasje en begreep hij meteen dat hij de onschuldige toerist moest uithangen. Het fototoestel mocht in ons bezit blijven, maar wel opgeborgen in een tas. Onze paspoorten werden keurig bekeken en de namen werden genoteerd. We kregen nog een boze blik en de waarschuwing om enkel gas te geven…Wat we dan ook maar gedaan hebben.







08 november 2009

Iran 1

'Welcome to Iran'

In 1870 viel er een meteoor uit de hemel, recht op de grens tussen Turkije en Iran. Iets meer in de richting van Turkije. De meteoorkrater heeft een diepte van 60 meter en een diameter van 12 meter.  Als je deze enorme put wil zien, moet je je pasppoort afgeven aan één van de vele grensmilitairen. Kwestie dat je de grens met Iran niet probeert over te steken op een linke manier…





De grensovergang naar Iran is een heel gebeuren. Bij het eerste hokje stond er een gigantisch lange rij Iranezen. We schoven netjes aan, maar werden steeds subtiel voorbij gestoken. Na tien minuten pikte een douanebeamte ons uit de rij en toen startte de VIP-behandeling. Het papierwerk vlotte aardig en er was geen enkele Iranees die ons scheef bekeek omdat we hem/haar ‘geleid’ voorbijstaken. Enkel de gezondheidscontrole zorgde voor een kleine spanning. Iedereen die het land binnen wil, moet even langs de dokter. Liesbeth had wat last van een verkoudheid en bleek een temperatuur te hebben van 39°. Ze kreeg een apart vinkje bij haar naam en mocht gaan.

Na twee uur konden we de douane verlaten en was het tijd om de geldzaken te regelen. Alleen Iranezen kunnen geld afhalen in Iran. Toeristen kunnen alleen cash geld wisselen. We wisselden 200 euro en hadden bijgevolg drie miljoen Rial op zak!

De eerste ontmoeting met Iran was een enorme confrontatie. Het farsi klinkt niet alleen overstaanbaar, ook het schrift (letters én cijfers) is Arabic style. De wegbewijzering is volledig onbegrijpbaar en het verkeer is een ramp.
In Turkije hadden motards overal een snelheidsbeperking tot 70km/u. In Iran moet je gas geven voor je leven. Oude trucks halen elkaar met enorme snelheden in en motors worden geacht om plaats te maken.  Als je voorbijgestoken wordt, kijken al de passagiers met openvallende monden achteruit en de chauffeur kijkt net iets te lang in zijn achteruikijkspiegel. Sommige wagens komen ook een tijdje naast je rijden en schreeuwen volmondig: ‘Welcome to Iran!’.
Twee mannen vonden het plezier om ons in te halen, ons weer te laten voorbijsteken, enz. . Dan hebben ze ons bruusk laten stoppen, kwamen op ons afgestapt en begonnen Gert zijn hand te schudden, hem te kussen, raakte zijn voeten aan,… De uitnodiging om iets met hen te gaan eten konden we blokken.
Terug op de snelweg kwam er een wagen verdacht dichtbij rijden. We reden allebei ongeveer 110km/u. Plots stak hij een zakje met eten door het raam al schreeuwend ‘Welcome to Iran’.
Zotte jongens die Iranezen.




De weg is dus een ramp, het eten minstens even erg. Groenten bij een maaltijd zijn een zeldzaamheid…
Al een geluk wordt je soms uitgenodigd voor een ‘evenwichtige’ picknick, de hobby bij uitstek van de gemiddelde Iranees. De kans dat het gespreksonderwerp uitdraait op politiek is groot. Ze horen nogal graag wat een buitenlander denkt over Iran. Sommigen haten hun president, enkelen vinden hem best ok (toch voor de Iranezen). Sommige vrouwen haten hun hoofddoek, anderen helemaal niet. We worden wel gevraagd om terug te keren naar België met de boodschap dat Iranezen geen terroristen zijn. Dat buitenlanders die gedachte hebben, vinden ze hilarisch en jammerlijk tegelijkertijd. Het liefste zouden ze willen dat Iran overspoelt wordt door toeristen, zodat ze kunnen doen wat ze het beste kunnen: gastvrij zijn.




27 oktober 2009

Turkije 5

Spas-t!*

De ‘andere’ wereld lijkt te starten in Oost-Turkije. Hier ontmoet je dat tikkeltje minder dat voor reizigers net dat ietsje meer is.

Het oosten tegemoet rijden is verdrinken in extreme gastvrijheid. Dit leidt in de eerste plaats tot een overdosis thee. Treuzelen voor een winkel is gewoon vragen om thee…





Wild kamperen blijft meestal beperkt tot een poging, aangezien diegene die je ontdekt je dwingt bij zijn familie te logeren. Je kan de gastvrijheid enkel bedanken door een goede gast te zijn. Dit wil zeggen dat je de zetel niet uitkomt en je bord leegeet ook al wordt het tot vijf maal toe hervult. Je neemt afscheid met het uitwisselen van je facebookgegevens en je krijgt hun gsm-nummer. We vragen ons nog steeds af hoe belachelijk zo een telefoongesprek moet klinken, omdat we ons tot hiertoe redden met gebarentaal en een glimlach.






Dan zijn er ook nog de vriendelijke jongens of de giechelende meisjes die hun Engels willen uitproberen. Dit gaat garanti als volgt:
- ‘Hello.’
   - ‘Hello.’
- ‘What is your name?’
   - ‘Elisabeth. What is your name?’
- ‘My name is Memet Ali. I am 30 years old. How old are you?’
   - ‘I’m 25 years old.’
-  ‘Ah, you are babyface.
   - (Euhm???)
- You want tea?’

Meestal volgt er ook de door ons gevreesde vraag. Ze wordt uitgebeeld door elkaar omringende wijsvingers: ‘Zijn jullie getrouwd?’. Soms doen we alsof  we de vraag niet begrijpen. Als we ‘ja’ zeggen, toveren we een glimlach op hun gezichten. Het enige wat Liesbeth dan moet doen is haar ringloze ringvinger verstoppen. Als we ‘nee’ zeggen, hebben we afgehaakt. Gert krijgt dan de boodschap een dikkere dame te zoeken. Liesbeth moet het doen met de tip meer te eten of Gert te pushen met haar te trouwen.
Het huwelijk is heilig, een dozijn kinderen kweken lijkt een must!






Hoe meer oostwaarts we rijden, hoe meer gehurkt de mensen gaan zitten. Gehurkt op de bus wachten, gehurkt een thee drinken, gehurkt roken en natuurlijk gehurkt boven het toilet hangen. Schoenen worden als extreem vuil beschouwd. Er wordt dus regelmatig gepoetst! Alleen jammer dat de wc’s wel eens vergeten worden.

Het wc-papier wordt ook schaarser. Plastiek zakjes daarentegen worden talrijker. Alles (!) wordt in een zakje gestoken. De grootte van de zak is totaal niet in verhouding tot het koopwaar. Wanneer je een balpen gaat kopen, krijg je een zak. Stel je voor dat je bij ons een brood gaat kopen en ze steken het in een vuilniszak…

Het eten wordt goedkoper, de benzineprijzen steeds duurder: 1,70 euro per liter! Vreemde prijzen als je weet dat je boven olierijk gebied rijdt…







Al een geluk zijn er de ezels, paarden en de turbo-minibusjes die locals vervoeren. Het straatbeeld wordt chaotisher en de voetganger wordt onzichtbaar voor voertuigen.


Dan zijn er nog de militaire checkpoints die je niet laten vergeten dat dit uiterst gastvrije gebied een woelig domein is. In oost-Turkijke wonen voornamelijk Koerden die voor lange tijd voor een onafhankelijk grondgebied strijden. De verhalen zijn zoals altijd dubbel. Sommige Turken zeggen dat de Koerden een perfect leven krijgen in Turkije en ze begrijpen dus niet waarover ze ‘zagen’. De verhalen van de Koerden zijn net iets anders. Zij tonen hun onderdrukking aan. Lange tijd mochten ze geen Koerdisch spreken in eigen gezinsverband en pasgeborenen mochten geen Koerdische naam dragen. Koerden worden onderwezen in Turks en schoolkinderen moeten tot vandaag elke ochtend de les beginnen met een vers dat start met de zin ‘Ik ben een Turk…’.



*Spas: Een Koerdische dankuwel.



Turkije 4

Nemrut Dagi


Heel lang geleden, ongeveer 2100 jaar, leefde er een koning ergens in het tweestromenland. Anthiochus Theos was zijn naam, Theo voor de vrienden. Hij was koning van een klein volkje. Theo was niet zo bijzonder en deed eingenlijk niets anders dan de naam ‘koning’ dragen.

Maar Theo vond zichzelf zo waanzinnig fantastisch dat hij zich graag vergeleek met goden. Op een dag besloot hij om zijn begraafplaats alvast in te richten en te decoreren. Hij koos hiervoor de hoogste bergtop in Mesopotamië uit. Op de top was er niets anders dan een bitterkoude wind en een prachtig uitzicht. Hier moesten een twintigtal godenbeelden worden neergepoot. Uit gigantische blokken steen werden sculpturen gekapt. Ergens onder deze oersterke beelden zou de grootheidswaanzinnige Theo zijn eeuwige rustplaats vinden…




20 oktober 2009

Turkije 3

Bigge bigge big - hap hap hap


In elk dorpje vind je kebabstalletjes. Maar een kebab bestellen is niet zo simpel. Je bent zeker van een krokant broodje, maar het beleg varieert nog al eens. Kip, lam, schaap of een mix van vleessoorten. In kleine schellekes, geprikt op een sateetje of in gehaktvorm. Wil je al de groenten erbij of laat je de pikante pepers achterwege?
Heb je honger, kebab is een zekerheid met telkens een ander smaakje.




Thee is er ook altijd. Na zo goed als elk handgeschud, wordt er om thee geroepen. Jonge mannen lopen met dienbladen vol glazen kopjes druk heen en weer. Als je stil staat aan een theehuis, wordt je een glaasje aangeboden. Er is geen ontkomen aan.


In Istanboel werden we getrakteerd op een drankje dat er prachtig uit zag. Een beker gevuld met verschillende vloeistofjes, telkens in een ander kleurtje. Maar het uitzicht is verradelijk! Als je een bokaal augurkensap leegdrinkt weet je hoe dit drankje smaakt. Uit beleefdheid dronken we de beker leeg en konden we niet zeggen dat we het afschuwelijk vonden. Hierdoor verraadden we onszelf. De volgende dag werden we naar een winkel gebracht, waar je de beste van die drankjes kon proeven. Bieten, augurken, ajuinen, kool, kiwi’s, pepers, citroenen,… allemaal op azijn gezet en aan de man gebracht als een delicatesse.





Nog een populair drankje is ‘Ayran’. Yogurt met zout. Een vreemde smaak voor ons, maar toch al meer drinkbaar. Een schoteltje yogurt is een populair bijgerecht bij zowat elke maaltijd. Smaakt wel…

Turkse koffie is een beetje wennen. Water en gemalen koffie worden in de perfecte vehouding in een piepklein kopje gegoten, zonder filter. Er blijft een koffierestje achter op de bodem en dat mag ook niet verloren gaan. Het kopje wordt ondersteboven gezet en de smurrie druipt langs de wand naar beneden. De vormen van de smurrie stellen je toekomst voor. Er bestaan echt boeken met uitleg bij de verschillende vormen.




Turken zijn gelukkig ook grote zoetebekken. Dat zorgt voor heerlijke dessertjes. Baklava is een topper. Je hebt er wel snel genoeg van. Drie kleine stukjes vallen als een bommetje op je maag.





Confituur is ook populair. Als groenten niet in het zuur worden gelegd, kan je ze ook altijd in confituurvorm vinden, bv. Auberginemarmelade.




Een ontbijt is tegen de verwachtingen in niet zoet. Tomaten, komkommer, kaas en altijd olijven.




Een vaardigheid die de meeste Turken beheersen is het vliegensvlug eten van zonnebloempitten. Als cartoonfiguren gooien ze de pitjes in hun mond en spuwen de pelletjes er raketsnel weer uit.

Enkele dagen geleden ontmoetten we een professor op een motor die ons rondgeleid heeft in Ankara. Hij vroeg zich af of we geïnteresseerd waren in het ontdekken van nieuwe smaken. Wij volmondig ‘ewet’ (= ja). Donderdag hangen we eraan vast: soep met look, peterselie en koeienmaag… We laten jullie weten hoe het smaakte! 



06 oktober 2009

Turkije 2

Oost, west: zuid best.

Aan de zuid-westkust passeer je de ene Romeinse ruïne na de andere. Bij de meeste moet je veel fantasie voor de dag brengen om enig idee te krijgen van hoe het er ooit uitgezien moet hebben.

In Fetiye ontdekten we een andere soort van nederzetting: moderne villa’s, een jachthaven en een Burger King. De Engelsen zijn hier met hun invasie begonnen…

De streek heeft al veel nationaliteiten over de vloer gehad. In 1923 moesten de Grieken hier hun stad ‘Kayakoy’ verlaten. Wat nu achterblijft is een enorme spookstad.


Als je de zuidkust volgt, worden de heuvels steeds steiler en de afgrond naar de zee wordt dus steeds dieper. Helderblauwe baaien liggen beneden naar je te loeren. Het is zelfs mogelijk een privéstrandje te vinden.

Maar de echte verassing begint pas als je de kust verlaat en de bergen inrijdt. Met twee motorrijders, een Engelse inwijkeling en een Duitse fotograaf voor een motormagazine, reden we de ongeasfalteerde paadjes tegemoet. We kwamen terecht op plekken die we voordien nooit met Turkije zouden hebben gelinkt. Uitgestrekte meren lagen er als spiegels bij en de uitzichten vanaf de bergtoppen leken eindeloos. De tenten van nomaden contrasteren sterk met de Engelse villa’s, 30 kilometer verder aan de kust.


Bij het kuststadje Cerali, het laatste kleine aangename plekje voor de ‘Antalya-Alanya resortstrook’namen we afscheid van de zee.De heuvelflank boven het dorpje zit vol kleine natuurlijke gaskacheltjes. Er steken vlammen op tussen de rotsen. Als je ze dooft, gaan ze vanzelf terug aan. Aan de ruïnes van de Griekse tempel te zien, zijn de vlammen er al een heel tijdje.

De heuvel is een wonderlijk plekje in het donker. Je moet dan wel goed kijken waar je je voeten zet. Het zijn niet alleen de vlammen die je moet ontwijken…

Het afscheid was dus nabij, de volgende 12000 kilometer geen zee meer voor ons…

28 september 2009

Turkije 1


Regen en Thee

De combinatie ‘gigantische vlakte en rukwinden’ dwingen ons om onze snelheid serieus te verminderen. De grens met Turkije komt maar niet in zicht… We rijden een hele tijd in niemandsland, tot we eindelijk de douane in het vizier krijgen. Bij vier verschillende hokjes moeten we onze paspoorten en motorpapieren tonen. Wanneer we volgens de Turkse douanebeamte in een vijfde hokje onze papieren niet snel genoeg bovenhalen, krijgen we een Turkse uitbrander. Welkom in Turkije…

De rukwinden worden erger, grijze wolken steken de kop op en dan vallen de eerste vieze dikke druppels. Na drie uur bereiken we, volledig doorweekt, Istanboel. We hopen onze weg te vinden in deze stad met zijn 17 miljoen inwoners.


Via couchsurfing hebben we een slaapadresje gevonden bij een Turkse student, Öndur. Vier dagen leidt hij ons rond en toont ons boeiende plekjes. Dit allemaal tussen de regenbuien door. We komen snel te weten dat moskeeën fijne schuilplekjes zijn. Wanneer Liesbeth voldoende bedekt is (benen, schouders en haar), kan ze zonder problemen mee naar de mannenafdeling. Gert echter zal nooit een glimp opvangen van de vrouwenhoek…

Het Turkse tv-nieuws toont ondertussen de beelden van de overstomingen rond Istanboel. 31 doden. Wanneer we Istanboel uitrijden, liggen de wegen er slordig bij: slijk, aangespoelde rommel en auto’s die ondersteboven zijn beland.

Via een prachtig schiereiland nemen we de ferry naar çanakale. We zijn nu officieel op Aziatische bodem. Daar willen we onszelf belonen met een hamanbezoekje.

Een bezoek als vrouw gaat als volgt. Je wordt geleid naar een apart hokje waar je je moet uitkleden. Je twijfelt eerst over welke kledingstukken je moet aanhouden. Je weet immers niet welke lichaamsdelen de hoofddoekdragers graag bedekt houden. Je denkt dus dat een bikini een veilige keuze is. Dan ga je naar een dampende ruimte, de haman. Daar blijkt dat niemand een kledingstuk draagt… De maseuze komt naar je toe. Een corpulent dame, met minstens een stevige D. Een Turkse massage wordt in de Lonely Planet als een worstelpartij omschreven. Liesbeth krijgt dus een beetje schrik. De vrouw neemt één van de vele onderbroeken van een haak en trekt die aan. Eerst giet ze emmertjes met warm water over je heen. Dan moet je op een centraal gelegen tafelblad gaan liggen waar je grondig gescrubd en gewassen wordt. Dan begint de masseuze haar krachten op je uit te werken. Je wacht de eerste pijnscheuten af, maar die blijven achterwege. Het blijft beperkt tot een zielige, slechte massage…

Tijdens het reizen ontmoeten we veel nieuwsgierige en supervriendelijke Turken. Er wordt je thee aangeboden en soms wordt je uit je tent geroepen om bij te schuiven aan tafel. We communiceerden altijd met gebarentaal en wilden dus graag enkele basiswoorden Turks leren. Niet zo simpel. Nu blijkt dat enkele woorden Turks de gastvrijheid van de Turken nog meer aanwakkeren. Het is heel makkellijk om vrienden te maken in Turkije.

Hoe toepasselijk… We moeten dit verslagje aflsuiten, want er heeft een Turk zin in een babbeltje (echt waar!) en hij heeft juist een hele ketel thee besteld!

Griekenland

DHLke

Reizen met een motor heeft zo zijn voordelen. We hoeven geen deel uit te maken van de lange rijen met puffende wagens (en mensen) aan de douane. We steken hen vlotjes voorbij en rijden de opvallend groene heuvels op die voor ons liggen. Het landschap ondergaat een gedaanteverwisseling en snel bevinden we ons in de bergen. Er breekt een stevig onweer los, maar de ontelbare tunnels zorgen ervoor dat we niet kletsnat worden. We verlaten de autosnelweg en een bord toont de boodschap ‘vertraag, habitat van beren’. Deze krijgen we natuurlijk niet te zien…

Griekenland is voor ons een transitland. Slechts enkele dingen staan hier op ons to-do lijstje:

- Grieks eten! – geslaagd.

- Nieuwe banden voor den Dany (Dany met 1 n) – geslaagd.

- Verwonderd worden door de meteorakloosters – meer dan geslaagd!

- Onze paspoorten naar hier laten opsturen – Na een week wachten, i.p.v. de door DHL beloofde 2 dagen, ook geslaagd.

We wilden Griekenland sneller verlaten dan dat DHL ons toeliet. We hadden dus een hele wachttijd in te vullen. Aangezien de temperaturen boven de 30°C reikten, konden we niet veel anders dan onze tijd doden aan het strand. Met een mega springkasteel in de zee en een Grieks trouwfeestje op de kamping, zorgde dat toch voor dolle pret… Tot het stormweer de kop op stak…



04 september 2009

Albanië 3

Irena en den draad

Het is avond en er is onweer op komst. Als de wolken boven ons uiteen zouden barsten kunnen we altijd schuilen in een bunker.

Maar een slaapplaats hebben we nog niet. Aan het erf van een woning houden we halt. We proberen te vragen of we onze tent in een wei mogen neerplanten. Iedereen is vriendelijk, maar niemand begrijpt ons. Dan duikt Irena op. Ze verstaat onze gebaren min of meer en is vastbesloten ons te helpen. Kinderen uit de buurt komen loeren wat er aan de hand is. Ondertussen knipt de buurvrouw de prikkeldraad van haar wei stuk zodat we onze tent veilig kunnen opstellen in haar omheinde wei. De hemel is ondertussen opgeklaard, zonder dat er een druppel viel. We zitten uiteindelijk achter de prikkeldraad bij de tent. De kinderen staren ons aan vanaf de andere kant van de draad. Irena komt spontaan met een schotel lekkers aangesneld. Wanneer die maaltijd op is komt er nog een jongen uit de buurt en reikt ons druiven aan…

Een vreemd gevoel om zo achter ‘den draad’ te zitten, maar Albanezen hebben ons hun uiterste gastvrijheid weer maar eens getoond.

Albanië 2

Thethi


We rijden vijf tellen steil opwaarts over een ongeasfalteerde weg. De banden glippen enkele keren weg over losliggende stenen. We kijken elkaar aan en vragen ons af of we de tocht naar Thethi moeten verder zetten…

Thethi is een uiterst afgelegen dorpje in een vallei beschermd door gigantische pieken. Daarom noemt men Thethi ook wel ‘de kamer’. Je lijkt omringd te zijn door enorme muren waar geen enkele deur je een uitweg naar de buitenwereld lijkt te verlenen. En toch zit je er op je gemak. De hoofdreden is de opperst charmante manier van leven hier.

Alles gaat er nog identiek hetzelfde aan toe als tweehonderd jaar geleden. Het enige verschil is dat er nu een wispelturig elektriciteitnetwerk voorzien is. D.w.z. dat mensen een koelkast koel kunnen proberen houden. Verder heeft elk huis een eigen waterbron en een uiterst gastvrije Albanese familie.

Al kuierend door Thethi ontdek je hoe dit dorp langzaam zijn ritme leeft. Gletsjerwater donderd langs de rivier naar beneden, ontelbare irrigatiekanaaltjes zorgen voor lapjes vruchtbare grond met maïs, tomaten, aubergines, watermeloenen, komkommers,...

Elk huis heeft een houten vat waar pruimen in worden verzameld. Met een systeem van ketels en vuur wordt een destillatieproces in gang gezet om het lokale drankje te brouwen, ‘pruimenraki’.

Tijdens tochten ontmoet je herders met geiten of iemand die met zijn koe gaat wandelen. Je passeert zeker de man met zijn paard. Hij voorziet de huizen van sprokkelhout.

Je ontdekt watervallen en de meest heldere (en ijskoude) waterplassen. Af en toe zie je een op het eerste zicht verlaten huis. Tot dat je dichterbij komt en een oud vrouwtje je aanmaant verder op haar eigendom te komen. Ze biedt raki aan, die je niet kan weigeren. Ze biedt je nog meer aan, die je wel moet weigeren… De tochten langs de bergflanken zijn immers al een uitdaging wanneer je nuchter bent.

Als je na een tocht ‘de toren’ ziet, weet je dat je terug in het dorp bent. De toren was een schuilplaats voor jongens waarvoor de bloedvete dreigde. Maandenlang, soms jaren, hielden jongens zich bewapend schuil in een stenen toren.

Voorbij de toren zet je nog een paar passen. Net achter de kerk staat het huis waar je gastvrouw lekkers heeft voorgeschoteld. Je maaltijd begint met raki en eindigt met thee. Thee met dezelfde geur als de kruiden uit de bergen.

Nog een kampvuur, een dikbezaaide sterrenhemel en dan je tent in om de volgende ochtend gewekt te worden door een kudde schapen… En de dag begint opnieuw.

We zijn blij dat we de weg naar Tethi verder hebben gezet. Dit hadden we nooit willen missen.


Albanië 1

Albania (Shqipëria, Land van de adelaar in het Albanees)

- Even groot als België en 3,6 miljoen inwoners.

- Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het onder Enver Hoxha een dogmatisch communistisch regime dat zich steeds verder van de rest van de wereld isoleerde. Na Wereld Oorlog 2 tot in 1992 volledig afgesloten van de rest van de wereld. Niemand mocht binnen of buiten.

- 770 000 bunkers

- Dat is 1 bunker per 4 personen…

- Eerste land waar godsdienst verboden was. Gelovigen werden onder het regime-Hoxha zwaar vervolgd.

- Momenteel overwegend Islamitisch. Merk je niets van…

- Speciaal taaltje: We deden er 10 dagen over om ‘falimenderit’ te onthouden. Dat is een simpele dankuwel.

- In 1992 waren er 2000 auto’s… stel je voor.

- Vandaag zijn dat heel wat meer auto’s. Voornamelijk Mercedessen.

- Een dagje rijden in Albania lijkt op een kermisritje: Veel bochten, slechts 50 km autostrade, geen wegaanwijzers of straatnamen (onder het regime was het beter dat alles onvindbaar was), bouwwerven, vuilnis wordt niet opgehaald maar langs de berm in de fik gestoken (afvalverwerking is één van Albanië’s grootste problemen), koeien en ezels lopen op de weg… Maar ook: prachtige natuur, vriendelijke chauffeurs, lekkere koffie, mooi weer, prachtige zee, bochtenwerk,…



Montenegro 2

Bikerman Vili

Half negen, het is donker en wij staan te vloeken langs de kant van een drukke weg in de buurt van het prachtige stadje Kotor. We zoeken een klein straatje richting Nationaal Park Lovcen, waar we willen kamperen.

Aan de overkant van de straat stopt een andere motorrijder. Hij doet teken dat we moeten komen. Motorrijders helpen elkaar en uiteindelijk neemt hij ons mee naar zijn camping. Het was een illegale camping, met ranzige wc’s en boordevol afgedankte caravans die verhuurd worden tegen 5euro per nacht. Over de camping zwijgen we dus beter…

De motard heet Vili. Hij komt uit Servië en spreekt 3 woorden Engels 1. Bikerman 2. crazy woman 3. beer. Gebarentaal sprak hij als de beste.

Vili is nen echte… leren gillet, bierbuik, lang haar. Hij leeft voor zijn motor, heeft een eigen website, zit in een motorclub. Je kent het type wel.

Maar ondanks zijn stoere uiterlijk, is hij vooral een ongelooflijk gastvrije kerel. Na 10 minuten kwam hij al aandrijven met een bbq. Dat we al gegeten hadden maakte niks uit. Twee vissen en een kip lagen al te bakken. Zijn vrouw en haar vriendin zorgden voor groentjes, brood, bier,…

We hebben gelachen met de Vili. Stel je een Hell’s Angel met ADHD voor.

Bier was zijn favoriet onderwerp, uiteraard. Vrouwen zijn sowieso ‘Crazy’ en we mochten vooral niet naar Albanië gaan want dat is een gestoord land. Enkel het bier is er volgen de Vili goed…

Maar het allerleukste was wel toen hij zijn foto’s liet zien. Foto’s van zijn motor “Moto good”, hijzelf “Schwarzenegger”, zijn vrouw “crazy woman” en vooral van hemzelf als hij pintjes aan het drinken is “Beer good”. Altijd met een grote glimlach en een duim in de lucht.

Bikerman Vili, we zullen je niet gauw vergeten…