21 juni 2010

Nepal 2

Kathmandu

Kathmandu ligt ergens verloren onder een deken van stof en smog. De ring rond de stad is een grote bouwwerf, waar ooit een strook asvalt overgegoten zal worden.  Zolang dit niet gebeurt, wordt er geen rekening gehouden met de rijrichting. De bergwanden om de vallei zijn een speeltuin voor trekkers, maar de luchtpollutie in de stad vindt moeilijk een uitweg...  De straathoekjes in de binnenstad worden gevuld met het afval dat deze maand nog opgehaald moet worden.  Straatkinderen met uitgestrekte handen verzamelen zich aan stoplichten. Bergvolkeren blijven toestromen naar de stad, op zoek naar werk.  De elektriciteitspannes lopen vandaag op tot 10 uur per dag. Het helse lawaai en de benzinegeur van de vele generators zijn beklemmend. In de toeristenwijk wordt je om de tien meter niet al te subtiel toegefluisterd: ‘hashies, hashies’. 

Dit is Kathmandu, een trieste stad die zijn grenzen is buiten gegroeid.  De ligging van de stad is zowel haar glorie als ondergang.


Hier hebben we ons  voorlopige eindpunt bereikt. In het oosten houdt Myanmar haar landsgrenzen gesloten voor toeristen. In het noorden ligt Tibet, waar de Chinezen je enkel toelaten met twee gidsen die je moet verwennen met een uiterst comfortabele tiendaagse reisformule. Een veel te dure grap. En zo kwam ‘den Dany’ terecht in een houten kist . Met acht man zetten we hem op de x-ray band en enkele uurtjes later vloog hij richting Thaïland.

Dus Thaïland, here we come! 

06 juni 2010

Nepal 1

Nepal

Elke ochtend kijken we door het raam op zoek naar een gaatje in het wolkenveld, maar er is nooit ‘een blauwtje aan de lucht’. De dagen blijven fris en troosteloos, de Teraivlakte is één grote mistbank.
Onderweg zijn is een enorme uitdaging, maar het is de enige ontsnapping van het miezerige weer. In een slakkentempo rijden we richting noorden en zien we hoe een dozijn Indiërs hun ongeluk roekeloos tegemoet rijden. 

In de enorme vlakte die we berijden, komt plots de grens met Nepal in het vizier.  Tegen de verwachtingen in is er in de verste verte geen Himalayapanorama te zien. Alles is leeg en kaal.  We ondergaan de douaneformaliteiten en krijgen een vraag voorgeschoteld, waar we raar van opkijken. Voor het eerst sinds ons vertrek van de voordeur in België, 23000 km verder, 17 landsgrenzen voorbij, is er eindelijk eens iemand nieuwsgierig naar wat er in onze koffers zit...

Aan de grens bezoeken we de geboorteplaats van Boedha. Honderden gebedsvlaggen zorgen voor een kleurrijk tafereel, maar het voldoet nog niet aan het hemelse beeld dat we van Nepal in ons geheugen hadden gegrift.



We rijden meer noordwaards. Vanuit het niets beginnen we plots te klimmen. Door het lage wolkendek kunnen we niet inschatten hoe ver de weg de hoogte ingaat. De weg wordt grimmiger, de ravijn naast ons dieper. Boven de mistlaag die ons al dagen lang vastklemt, loert plots een stralend blauwe hemel. We zijn ontroerd door de verlossing. En als kers op de taart, treffen we haar eindelijk in al haar schoonheid: ‘de Himalaya’. Dit is alles waar we naar uitkeken. 



Het verkennen kan nu echt beginnen. In de  ‘pijnlijk vroege' ochtenduurtjes, gewapend met bergschoenen en een rugzakje gaan we onze eerste dagtocht tegemoet. Een dorpshond, rijk aan de nodige vlooien, besluit ons te vergezellen. Een prachtige wandeling, maar een tien uur durende stevige kuitenbijter. Het hondje huppelt vrolijk door tot de laatste meter. Daar moeten we hem echter duidelijk maken dat hij niet mee de motor op kan... We lopen samen met hem naar de plaatselijke markt en verstopt achter een hoekje zien we hoe hopeloos het woefke in de massa naar ons op zoek gaat...




Stokstijf en met  verzuurde kuiten kruipen we de volgende dag op de motor. Samen met honderden Nepali rijden we naar het dal, waar we bij een uniek plekje aan de rivier de goden zullen paaien voor  een gunstig regenseizoen. De bergdorpen blijven vandaag voor leeg achter.  Bussen zijn tot op de daken volgeladen met mensen, brommers vervoeren hele families, bergvolkeren marcheren in stoet,...  Jong en oud, iedereen is onderweg. We glippen het chaotische verkeer voorbij en denken dat we als eerst zullen aankomen bij de rivier. Maar het dal naderend, vallen we al oog in oog met één grote mensenzee.




Het wordt snel een te benouwende situatie en we houden het er voor bekeken. We rijden de drukte uit  en worden gauw  tot rust gebracht door dat hemelse uitzicht, dat wél perfect overeenstemt met wat we verwacht hadden van Nepal: de parelwitte pieken van de Himalaya. 




08 januari 2010

India 2

Incredible India


Vluchtweg
India, de ‘love it or hate it’ kwestie of zoals Indiërs het zeggen ‘Love India or leave India’.
De eerste dagen in India zijn zenuwslopend: Geen moment rust, geen frisse lucht, nooit is het even stil, altijd ben je omsingeld door mensen. Iedereen wil iets van je: een blik, geld of een praatje. Je kan niet stilstaan, altijd moet je voor iets of iemand aan de kant gaan. Of je vlucht voor de zoveelste keer van een bedelaar die zijn zieligste snoet opzet. Je geraakt niet uit het verkeer met zijn ontelbare rikshaws, paarden, voetgangers, koeien, auto’s, gigantische bussen en vrachtwagens. Er is telkens maar één weg die iedereen moet nemen, waarlangs iedereen woont en waarlangs ieders afval ligt te stinken onder de warme zonnestralen.
India, je gaat mee met de stroom of sluit je op in je hotelkamer.


Negeren…
Na enkele dagen leer je negeren. Voornamelijk de ‘hello, look here!’ Dan nog wordt je achtervolgd door mannen met hun koopwaar, vijfjarige kindjes met uitgestrekte handjes, lege rikshaws of ‘holy men’ met lege schooierbekers. In de felheid van je koelbloedig negeren, stoot je ook diegene af met de goede bedoelingen: kindjes die gewoon een handje willen geven, vrouwen die met je op de foto willen en de studenten die Engels willen spreken. Je durft nergens lang naar kijken en raced alles voorbij. Je gunt niemand een blik en iedereen krijgt botweg een ‘no, go away’.


Incredible India
Langzaamaan vindt je orde doorheen de chaos. Vanaf dan kan het genieten beginnen…
Een mens moet eten! Thali, curry’s, massala’s, lassi’s, kheer, parantha’s, rotis en naans. Een breed gamma met altijd een stevige kruidenmix. Bedorven wordt je! Vanaf je tafeltje heb je ook steeds de beste uitzichten op het straatleven zonder een moment gestoord te worden.
Weten dat elk koopwaar een maximumprijs op de verpakking heeft staan, maakt een aankoop iets eenvoudiger. Niet meer afbieden op een fles water, rol wc-papier of pakje koekjes… Zalig! Voornameljik om de winkelbediende te confronteren met zijn oorspronkelijke tien keer te hoge vraagprijs!
Overal waar het droog en stoffig is, maken vrouwen met wapperende sari’s het leven wat kleurrijker. Bollywoodmuziek klinkt uit boxen. Stapels gekleurd poeder, bloemenkransen en kokosnoten liggen te wachten om geofferd te worden. Aan de Ganges heb je altijd spelende kinderen die met visnetjesoffers opvissen om ze later weer te verkopen aan een volgende Hindu. Vrouwen op weg naar een tempel zingen vrolijke deuntjes. Er worden stille optochten gehouden wanneer er een in doeken gewikkeld lijk naar zijn eeuwige rustplaats wordt gedragen. Een jongetje kruipt verlegen achter moeders rok wanneer hij eindelijk ‘hello’  naar je heeft durven roepen. Het record ‘met zijn allen op een brommer kruipen’ wordt hier verbroken. Wierrook brengt een magisch sfeertje. Indrukwekkende tempels en maharadjakastelen rijzen op aan de horizon. Je passeert onderweg bordjes ‘opgepast voor olifanten’. Je houdt afstand van families spelende aapjes met hun scherpe tanden en snelle vingers.
Na een tijdje kijk je niet meer op van de kelen die geschraapt worden, een luide boer of de zoveelste rochel die net naast je voeten valt. Je houdt een meter afstand van een koe, want wat loodrecht op de grond valt, kaatst in alle richtingen terug… Je weet dat Indiërs altijd proberen voorbij steken in een rij met de mentaliteit ‘ik kan enkel een plaatsje vooruit winnen en niets verliezen’. Op de motor geniet je van elke 200 meter dat je geen inhaalmanoeuvre hebt moeten maken. Je bedankt de zoveelste man die naast je komt rijden en teken doet dat je licht opstaat (nog nooit vonden we het zo vervelend dat we een standaard ‘aan’ licht hebben).


Alles heeft zijn keerzijde en in India vraagt het net iets meer energie om hier naar op zoek te gaan en het uberhaupt te zien. Maar na een tijdje lukt het dus…













India 1

Gouden tempel


Geen haartje uit je lijft trekken of kortknippen, een mes op zak hebben, je hoofdhaar bedekken, een armband om je pols en een onderbroek dragen. Dit zijn de vijf must-do’s voor Sikhs. Deze keer geen hoofddoeken voor vrouwen, maar wel mannen met de meest kleurrijke doeken op hun hoofd.


Als je een massa Sikhs bij elkaar wil zien, is Amritsar ‘the place to be’. Hier staat een gouden tempel die een speciale bezienswaardigheid huishoudt:... een boek. 
De 10de guru, Gobindh Sindh,schreef een boek en maakte hiervan de volgende en 'eeuwige guru’. Bijgevolg moest er niet meer voor een guruopvolger worden gezocht. 
Naast het boek zitten enkele mannen hymnes te zingen, dit iedere dag 24 uur lang. In lange rijen wordt er aangeschoven om uiteindelijk een kortstondige blik te werpen op het boek, een offertje achter te laten, water te drinken uit het aangrenzende meer en uiteindelijk een zoet smurrietje te eten.


De gouden tempel is een uiterst gastvrije plek. Iedereen kan er gratis overnachten en eten. Elke dag wordt er voor meer dan 30000 man gekookt. Je wordt zeer efficiënt bediend. Iedereen zit in kleermakerzit naast elkaar met een schoteltje voor de neus. Voor je het weet vliegt er een scheut curry op je taloor. De chapatis vliegen letterlijk rond je oren. Er wordt bijgevuld zo veel je wil.



En als je niet genoeg kan krijgen van de golden temple, kan je ’s avonds altijd op televisie live het boek blijven bezichtigen… 









                                  
  

03 december 2009

Pakistan 1




Escortje hier, escortje daar...

Bam, ooit de grootste citadel opgetrokken in modder.
In 2003 werd ze volledig vernield door een aardbeving.
In 2007 werd in deze regio het Belgische koppel ontvoerd.
In 2009 zien de militairen hier liever geen toeristen.

De vele paspoortcontroles en ondervragingen zijn we strontbeu. We ontmoeten verschillende toeristen die opgepakt werden en voor enkele uren de gevangenis ingingen omdat ze net iets te ver buiten de begaande paden vertoefden.

We wilden dus weg uit Iran en het avontuur inrijden dat al een tijdje naar ons lag te loeren: Pakistan. Met twee andere motorrijders, een Australiër en een Engelsman, zullen we Pakistan doorrrijden.

’s Morgens staan er honderd Pakistanen voor de nog gesloten deuren van de paspoortcontrole. Gert staat ergens tussen de massa en de man die langs de andere kant van de de deuren moet openen, wordt verpletterd door de meute. Iedereen stormt af op dat ene loket. Militairen proberen om iedereen in een rij te laten staan. Wie probeert om voorbij te steken wordt hardhandig naar buiten gesleurd of krijgt een stevige duw.

  
Nadat we onze stempel in het paspoort hebben, mogen we de grens oversteken en op zoek gaan naar een klein betonnen kantoortje waar ze een Pakistaanse stempel in ons paspoort zullen drukken. We krijgen voorrang om vooraan in de rij te gaan staan. Plots is er een opstandje in het kantoor, waarop een politieagent ons vraagt de ijzeren poort dicht te doen. Dit maakte de opstand enkel groter en een man begon als een wilde te kloppen door de gaten van de poort op onze Australische reisgezel. Er worden meer bewapende militairen opgetrommeld en de grootste herrieschopper wordt opgepakt. De militairen bieden ons hun veronschuldigingen aan en verzekeren ons dat ze die man in elkaar zullen kloppen… Slik, dat hoeft nu ook weer niet… ‘No, no. This is our duty’.






Vanaf toen hingen we vast aan de ‘duty-mannen’, militairen die ons veilig Pakistan zouden doorleiden. Na de tiende escortwissel en nog geen 100 km te hebben afgelegd, waren we de escortes liever kwijt dan rijk. Dat is natuurlijk een grote belediging t.a.v. hun duty. Uiteindlijk hebben we het zo ver gekregen dat we een militair als passagier achterop konden krijgen. Zo konden we vijftig km per dag meer afleggen…


  
Veel hotels weigeren buitenlanders, omdat ze dan een groter doelwit zouden zijn voor bombardementen of ontvoeringen… De hotels die ons accepteerden hadden militairen op hun dak patrouilleren. Uiteindelijk sliepen we meestal in kleine politiekantoortjes met telkens één overvolle gevangenis. Achter het tralies loerden de gevangenen ons blij aan ‘eindelijk nog eens wat leven in de brouwerij’. De meeste van deze mannen waren kruimeldieven. Een gsm stelen staat garant voor 10 maanden zitten…
  
’s Avonds wandel je niet zo maar buiten om iets te gaan eten. De politie gaat eten voor je halen of als je echt na lang zagen naar buiten wil, krijg je een agent met kalachnikov mee. De gordijnen van het restaurant worden gesloten en je kan je helemaal laten gaan met de grootste keuze aan curry’s.
Wanneer de jongens vragen aan de commandant om te gaan schieten in de woestijn, is dit absoluut geen probleem. Een afspraak wordt gemaakt voor de volgende dag. Helaas moesten we de volgende dag vliegensvlug weg. We mogen immers niet te lang op dezelfde plaats blijven…

Het steeds in beweging zijn werd een probleem toen Gert en de Australiër op een ochtend doodziek wakker werden en niet meer in staat waren om te rijden. Plots kom je in malariagebied terecht en dat wordt natuurlijk niet met een bordje langs de weg aangegeven… 




We zijn ondertussen Pakistan doorkruist. Eén van de mooiste landen waar we ooit al geweest zijn. Jammer dat het zo snel moest gaan…




Iran 4




Wat ik zeg en denk zijn twee verschillende zaken…’

Iran heeft zijn rivieren, bergen en woestijnen. Een natuurpracht waarbij je je klein voelt. Het politieke systeem doet ook zijn best om zijn inwoners klein te houden. 
Als Westerling wordt je hier voornamelijk mee geconfronteerd als het aankomt op vrijemeningsuiting. In Iran is het aan de lijve te ondervinden wat het betekent om niet luidop te denken.

In Teheran, een stad met 20 miljoen inwoners, durven mensen hun ongenoegen te uiten via demonstraties. Jammer genoeg worden deze (hardhandig) uiteengerukt. Hierover beelden tonen via facebook of youtube is haast onmogelijk. Berichten verzenden via een blog of skype moet je niet proberen en tijdens een periode van demonstraties kan je het vergeten om mails te verzenden. Al deze sites lijken even niet te bestaan. De telefoon is even onbruikbaar en
buitenlandse nieuwssites worden geblokt.
Het zou een shock zijn voor Iranzen om zo te weten te komen wat de wereld denkt over hun land en president. Vandaar de vele politieke vragen aan toeristen. Ontmoetingen met Westerlingen zijn veel waard voor Iranezen. Als het erop aankomt blijkt, zoals bijna altijd, dat de ‘essenties van het leven’ niet zodanig verschillen met die van de gemiddelde Westerling. Iedereen wil graag een fijne job en zijn familie degelijk onderhouden. Jammer dat enkele vrijgevochten koppels moeten beslissen geen kinderen te nemen omdat ze de toekomst voor hun kinderen niet rooskleurig inschatten. Ze kunnen geen duidelijkere statement maken, maar zullen voldoende reacties krijgen op hun kinderloos huwelijk.

Wat de meeste opgeleide jongens haten aan hun land is hun militaire dienstplicht. Van jongsafaan worden jongetjes voorbereid op hun diensplicht: Het land verdedigen is fun! Dit wordt de ganse dag op televisie getoond via vele promotiefilmpjes.

Het beste onderwijs vind je in privé-scholen. Veel ouders investeren een fortuin om hun kinderen hier te laten studeren. Tachtig procent van al de universiteitsstudenten zijn vrouwen! De overheid neemt zijn deel opgeleiden af waaraan ze nood hebben en van jobcreatie is geen sprake. Het resultaat is een massa jonge werklozen.

Tijdens onze hele reis door Iran (en door Turkije) hebben we ons geen moment geërgerd aan de Islam. In de basis lijkt er weinig verschil met het Christendom. Op enkele grappige koranzinnetjes na…
  



Iran 3

Gelinjol

In Esfehan hebben we afgesproken met Reza en Sahre. We logeren drie nachten in hun appartementje. Met 17 zitplaatsen palmt de woonkamer de grootste ruimte in. Veel tijd brengen we er echter niet door aangezien het werkschema van Reza propvol zit. Van 7u tot 18u werkt hij als professor foreign languages, van 18.30u tot 21.30u geeft hij Engelse les in een privéschool.
Toen we hem een kort bezoekje gingen brengen in deze laatste school, hingen we eraan vast. Zijn collega’s nodigden ons uit om in de klassen langs te komen, ons even voor te stellen en vragen van de leerlingen te beantwoorden.
In elke klas werden we onthaald door een groep gillende, opgedirkte* meisjes. Het vragenuurtje kon beginnen…

Wat denken jullie van Iranese vrouwen?
Wat vind je van de hoofddoek?
Denken jullie echt dat Iranezen terroristen zijn?
Wat vind je van onze president?
Zijn jullie getrouwd? Nee??? Kunnen jullie dan samen reizen?
Mogen we een foto van jullie trekken?
En jullie zijn echt niet getrouwd? Nee??? Jullie zijn dus gewoon vrienden? Nee???

Ze vragen Gert of hij Gelinjol mooi vindt… Gert denkt ‘Gelinjol???’.Na een tijdje hebben we door dat ze Angelina Jolie bedoelen. Gert zegt ‘ja’ en de meisjes staren me aan en durven dan zachtjes vragen of ik nu niet jaloers ben.

De leerkracht stuurt het gespreksonderwerp in een andere richting en dwingt de meisjes vragen te stellen over België. Maar na een aantal zakelijke vragen, sluipen de ‘boyfriend-vragen’ er weer door. De leerkracht voelt zich heel ongemakkelijk, berispt de meisjes en hij maakt een eind aan de vragenronde. Tijd voor een bezoekje aan een volgende klas giechelende meisjes die exact dezelfde vragen stellen.

De volgende avond zijn er enkel mannelijke studenten. De leerkrachten vragen me of ik me wel gemakkelijk voel in een klas vol jongens. Ik gaf aan dat dit echt geen probleem is voor mij. Na een half uur was ik echter blij dat ik uit de klas kon verdwijnen. De jongens waren er in geslaagd om mij compleet te negeren, geen blik te gunnen. Elke vraag was gericht naar Gert. De jongens zijn voornamijk geïnteresseerd in emigratie. Daar komt het probleem voor Iranese jongeren weer aan het licht. Bijna iedereen is hoog opgeleid, maar is werkloos.
  
Suf uitgevraagd keren we terug naar het appartement van Reza en Sahre waar we aan het avondeten beginnen. Om 1.30u kunnen we eindelijk gaan slapen om de volgende dag om 6.30u op te staan. Uitputtende uren…


*Langs de hoofddoek komt meestal een gigantische kuif tevoorschijn. Hoe die haarlok eruit moet zien, wordt bepaald door de ‘kuifmode’. Op het gezicht ligt een hoop make-up en veel meisjes hebben de haak op hun neus chirurgisch laten verwijderen. Voornamelijk in steden zie je meisjes met een witte pleister om hun neus. Ze zeggen dat het zo makkelijker is om aan een job te geraken…