'Welcome to Iran'
In 1870 viel er een meteoor uit de hemel, recht op de grens tussen Turkije en Iran. Iets meer in de richting van Turkije. De meteoorkrater heeft een diepte van 60 meter en een diameter van 12 meter. Als je deze enorme put wil zien, moet je je pasppoort afgeven aan één van de vele grensmilitairen. Kwestie dat je de grens met Iran niet probeert over te steken op een linke manier…
De grensovergang naar Iran is een heel gebeuren. Bij het eerste hokje stond er een gigantisch lange rij Iranezen. We schoven netjes aan, maar werden steeds subtiel voorbij gestoken. Na tien minuten pikte een douanebeamte ons uit de rij en toen startte de VIP-behandeling. Het papierwerk vlotte aardig en er was geen enkele Iranees die ons scheef bekeek omdat we hem/haar ‘geleid’ voorbijstaken. Enkel de gezondheidscontrole zorgde voor een kleine spanning. Iedereen die het land binnen wil, moet even langs de dokter. Liesbeth had wat last van een verkoudheid en bleek een temperatuur te hebben van 39°. Ze kreeg een apart vinkje bij haar naam en mocht gaan.
Na twee uur konden we de douane verlaten en was het tijd om de geldzaken te regelen. Alleen Iranezen kunnen geld afhalen in Iran. Toeristen kunnen alleen cash geld wisselen. We wisselden 200 euro en hadden bijgevolg drie miljoen Rial op zak!
De eerste ontmoeting met Iran was een enorme confrontatie. Het farsi klinkt niet alleen overstaanbaar, ook het schrift (letters én cijfers) is Arabic style. De wegbewijzering is volledig onbegrijpbaar en het verkeer is een ramp.
In Turkije hadden motards overal een snelheidsbeperking tot 70km/u. In Iran moet je gas geven voor je leven. Oude trucks halen elkaar met enorme snelheden in en motors worden geacht om plaats te maken. Als je voorbijgestoken wordt, kijken al de passagiers met openvallende monden achteruit en de chauffeur kijkt net iets te lang in zijn achteruikijkspiegel. Sommige wagens komen ook een tijdje naast je rijden en schreeuwen volmondig: ‘Welcome to Iran!’.
Twee mannen vonden het plezier om ons in te halen, ons weer te laten voorbijsteken, enz. . Dan hebben ze ons bruusk laten stoppen, kwamen op ons afgestapt en begonnen Gert zijn hand te schudden, hem te kussen, raakte zijn voeten aan,… De uitnodiging om iets met hen te gaan eten konden we blokken.
Terug op de snelweg kwam er een wagen verdacht dichtbij rijden. We reden allebei ongeveer 110km/u. Plots stak hij een zakje met eten door het raam al schreeuwend ‘Welcome to Iran’.
Zotte jongens die Iranezen.
De weg is dus een ramp, het eten minstens even erg. Groenten bij een maaltijd zijn een zeldzaamheid…
Al een geluk wordt je soms uitgenodigd voor een ‘evenwichtige’ picknick, de hobby bij uitstek van de gemiddelde Iranees. De kans dat het gespreksonderwerp uitdraait op politiek is groot. Ze horen nogal graag wat een buitenlander denkt over Iran. Sommigen haten hun president, enkelen vinden hem best ok (toch voor de Iranezen). Sommige vrouwen haten hun hoofddoek, anderen helemaal niet. We worden wel gevraagd om terug te keren naar België met de boodschap dat Iranezen geen terroristen zijn. Dat buitenlanders die gedachte hebben, vinden ze hilarisch en jammerlijk tegelijkertijd. Het liefste zouden ze willen dat Iran overspoelt wordt door toeristen, zodat ze kunnen doen wat ze het beste kunnen: gastvrij zijn.