27 oktober 2009

Turkije 5

Spas-t!*

De ‘andere’ wereld lijkt te starten in Oost-Turkije. Hier ontmoet je dat tikkeltje minder dat voor reizigers net dat ietsje meer is.

Het oosten tegemoet rijden is verdrinken in extreme gastvrijheid. Dit leidt in de eerste plaats tot een overdosis thee. Treuzelen voor een winkel is gewoon vragen om thee…





Wild kamperen blijft meestal beperkt tot een poging, aangezien diegene die je ontdekt je dwingt bij zijn familie te logeren. Je kan de gastvrijheid enkel bedanken door een goede gast te zijn. Dit wil zeggen dat je de zetel niet uitkomt en je bord leegeet ook al wordt het tot vijf maal toe hervult. Je neemt afscheid met het uitwisselen van je facebookgegevens en je krijgt hun gsm-nummer. We vragen ons nog steeds af hoe belachelijk zo een telefoongesprek moet klinken, omdat we ons tot hiertoe redden met gebarentaal en een glimlach.






Dan zijn er ook nog de vriendelijke jongens of de giechelende meisjes die hun Engels willen uitproberen. Dit gaat garanti als volgt:
- ‘Hello.’
   - ‘Hello.’
- ‘What is your name?’
   - ‘Elisabeth. What is your name?’
- ‘My name is Memet Ali. I am 30 years old. How old are you?’
   - ‘I’m 25 years old.’
-  ‘Ah, you are babyface.
   - (Euhm???)
- You want tea?’

Meestal volgt er ook de door ons gevreesde vraag. Ze wordt uitgebeeld door elkaar omringende wijsvingers: ‘Zijn jullie getrouwd?’. Soms doen we alsof  we de vraag niet begrijpen. Als we ‘ja’ zeggen, toveren we een glimlach op hun gezichten. Het enige wat Liesbeth dan moet doen is haar ringloze ringvinger verstoppen. Als we ‘nee’ zeggen, hebben we afgehaakt. Gert krijgt dan de boodschap een dikkere dame te zoeken. Liesbeth moet het doen met de tip meer te eten of Gert te pushen met haar te trouwen.
Het huwelijk is heilig, een dozijn kinderen kweken lijkt een must!






Hoe meer oostwaarts we rijden, hoe meer gehurkt de mensen gaan zitten. Gehurkt op de bus wachten, gehurkt een thee drinken, gehurkt roken en natuurlijk gehurkt boven het toilet hangen. Schoenen worden als extreem vuil beschouwd. Er wordt dus regelmatig gepoetst! Alleen jammer dat de wc’s wel eens vergeten worden.

Het wc-papier wordt ook schaarser. Plastiek zakjes daarentegen worden talrijker. Alles (!) wordt in een zakje gestoken. De grootte van de zak is totaal niet in verhouding tot het koopwaar. Wanneer je een balpen gaat kopen, krijg je een zak. Stel je voor dat je bij ons een brood gaat kopen en ze steken het in een vuilniszak…

Het eten wordt goedkoper, de benzineprijzen steeds duurder: 1,70 euro per liter! Vreemde prijzen als je weet dat je boven olierijk gebied rijdt…







Al een geluk zijn er de ezels, paarden en de turbo-minibusjes die locals vervoeren. Het straatbeeld wordt chaotisher en de voetganger wordt onzichtbaar voor voertuigen.


Dan zijn er nog de militaire checkpoints die je niet laten vergeten dat dit uiterst gastvrije gebied een woelig domein is. In oost-Turkijke wonen voornamelijk Koerden die voor lange tijd voor een onafhankelijk grondgebied strijden. De verhalen zijn zoals altijd dubbel. Sommige Turken zeggen dat de Koerden een perfect leven krijgen in Turkije en ze begrijpen dus niet waarover ze ‘zagen’. De verhalen van de Koerden zijn net iets anders. Zij tonen hun onderdrukking aan. Lange tijd mochten ze geen Koerdisch spreken in eigen gezinsverband en pasgeborenen mochten geen Koerdische naam dragen. Koerden worden onderwezen in Turks en schoolkinderen moeten tot vandaag elke ochtend de les beginnen met een vers dat start met de zin ‘Ik ben een Turk…’.



*Spas: Een Koerdische dankuwel.



Turkije 4

Nemrut Dagi


Heel lang geleden, ongeveer 2100 jaar, leefde er een koning ergens in het tweestromenland. Anthiochus Theos was zijn naam, Theo voor de vrienden. Hij was koning van een klein volkje. Theo was niet zo bijzonder en deed eingenlijk niets anders dan de naam ‘koning’ dragen.

Maar Theo vond zichzelf zo waanzinnig fantastisch dat hij zich graag vergeleek met goden. Op een dag besloot hij om zijn begraafplaats alvast in te richten en te decoreren. Hij koos hiervoor de hoogste bergtop in Mesopotamië uit. Op de top was er niets anders dan een bitterkoude wind en een prachtig uitzicht. Hier moesten een twintigtal godenbeelden worden neergepoot. Uit gigantische blokken steen werden sculpturen gekapt. Ergens onder deze oersterke beelden zou de grootheidswaanzinnige Theo zijn eeuwige rustplaats vinden…




20 oktober 2009

Turkije 3

Bigge bigge big - hap hap hap


In elk dorpje vind je kebabstalletjes. Maar een kebab bestellen is niet zo simpel. Je bent zeker van een krokant broodje, maar het beleg varieert nog al eens. Kip, lam, schaap of een mix van vleessoorten. In kleine schellekes, geprikt op een sateetje of in gehaktvorm. Wil je al de groenten erbij of laat je de pikante pepers achterwege?
Heb je honger, kebab is een zekerheid met telkens een ander smaakje.




Thee is er ook altijd. Na zo goed als elk handgeschud, wordt er om thee geroepen. Jonge mannen lopen met dienbladen vol glazen kopjes druk heen en weer. Als je stil staat aan een theehuis, wordt je een glaasje aangeboden. Er is geen ontkomen aan.


In Istanboel werden we getrakteerd op een drankje dat er prachtig uit zag. Een beker gevuld met verschillende vloeistofjes, telkens in een ander kleurtje. Maar het uitzicht is verradelijk! Als je een bokaal augurkensap leegdrinkt weet je hoe dit drankje smaakt. Uit beleefdheid dronken we de beker leeg en konden we niet zeggen dat we het afschuwelijk vonden. Hierdoor verraadden we onszelf. De volgende dag werden we naar een winkel gebracht, waar je de beste van die drankjes kon proeven. Bieten, augurken, ajuinen, kool, kiwi’s, pepers, citroenen,… allemaal op azijn gezet en aan de man gebracht als een delicatesse.





Nog een populair drankje is ‘Ayran’. Yogurt met zout. Een vreemde smaak voor ons, maar toch al meer drinkbaar. Een schoteltje yogurt is een populair bijgerecht bij zowat elke maaltijd. Smaakt wel…

Turkse koffie is een beetje wennen. Water en gemalen koffie worden in de perfecte vehouding in een piepklein kopje gegoten, zonder filter. Er blijft een koffierestje achter op de bodem en dat mag ook niet verloren gaan. Het kopje wordt ondersteboven gezet en de smurrie druipt langs de wand naar beneden. De vormen van de smurrie stellen je toekomst voor. Er bestaan echt boeken met uitleg bij de verschillende vormen.




Turken zijn gelukkig ook grote zoetebekken. Dat zorgt voor heerlijke dessertjes. Baklava is een topper. Je hebt er wel snel genoeg van. Drie kleine stukjes vallen als een bommetje op je maag.





Confituur is ook populair. Als groenten niet in het zuur worden gelegd, kan je ze ook altijd in confituurvorm vinden, bv. Auberginemarmelade.




Een ontbijt is tegen de verwachtingen in niet zoet. Tomaten, komkommer, kaas en altijd olijven.




Een vaardigheid die de meeste Turken beheersen is het vliegensvlug eten van zonnebloempitten. Als cartoonfiguren gooien ze de pitjes in hun mond en spuwen de pelletjes er raketsnel weer uit.

Enkele dagen geleden ontmoetten we een professor op een motor die ons rondgeleid heeft in Ankara. Hij vroeg zich af of we geïnteresseerd waren in het ontdekken van nieuwe smaken. Wij volmondig ‘ewet’ (= ja). Donderdag hangen we eraan vast: soep met look, peterselie en koeienmaag… We laten jullie weten hoe het smaakte! 



06 oktober 2009

Turkije 2

Oost, west: zuid best.

Aan de zuid-westkust passeer je de ene Romeinse ruïne na de andere. Bij de meeste moet je veel fantasie voor de dag brengen om enig idee te krijgen van hoe het er ooit uitgezien moet hebben.

In Fetiye ontdekten we een andere soort van nederzetting: moderne villa’s, een jachthaven en een Burger King. De Engelsen zijn hier met hun invasie begonnen…

De streek heeft al veel nationaliteiten over de vloer gehad. In 1923 moesten de Grieken hier hun stad ‘Kayakoy’ verlaten. Wat nu achterblijft is een enorme spookstad.


Als je de zuidkust volgt, worden de heuvels steeds steiler en de afgrond naar de zee wordt dus steeds dieper. Helderblauwe baaien liggen beneden naar je te loeren. Het is zelfs mogelijk een privéstrandje te vinden.

Maar de echte verassing begint pas als je de kust verlaat en de bergen inrijdt. Met twee motorrijders, een Engelse inwijkeling en een Duitse fotograaf voor een motormagazine, reden we de ongeasfalteerde paadjes tegemoet. We kwamen terecht op plekken die we voordien nooit met Turkije zouden hebben gelinkt. Uitgestrekte meren lagen er als spiegels bij en de uitzichten vanaf de bergtoppen leken eindeloos. De tenten van nomaden contrasteren sterk met de Engelse villa’s, 30 kilometer verder aan de kust.


Bij het kuststadje Cerali, het laatste kleine aangename plekje voor de ‘Antalya-Alanya resortstrook’namen we afscheid van de zee.De heuvelflank boven het dorpje zit vol kleine natuurlijke gaskacheltjes. Er steken vlammen op tussen de rotsen. Als je ze dooft, gaan ze vanzelf terug aan. Aan de ruïnes van de Griekse tempel te zien, zijn de vlammen er al een heel tijdje.

De heuvel is een wonderlijk plekje in het donker. Je moet dan wel goed kijken waar je je voeten zet. Het zijn niet alleen de vlammen die je moet ontwijken…

Het afscheid was dus nabij, de volgende 12000 kilometer geen zee meer voor ons…